Aanpak van Anthuriumtrips bij Anthura
Anthuriumtrips (ook bekend als Chaetanaphothrips orchidii) vormt een flinke uitdaging voor kwekers en telers van Anthuriums. Deze kleine insecten, net zoals de Californische trips (Franklieniella occidentalis), echinotrips (Echinothrips americanus) en pepertrips (Thrips parvispinus), kunnen aanzienlijke schade aanrichten aan de planten. Ze veroorzaken groeiremming en verkurking van de stengels door hun zuigende monddelen, wat leidt tot verkleuring van de bladeren en bloemen. De schade is vaak zichtbaar als kurkstreepjes en zilverachtige vlekken op het blad en de bloemen.

Verkurking van de stengels door anthuriumtrips.
Bij Anthura zetten we ons in voor duurzame oplossingen en maken we gebruik van biologische bestrijders van natuurlijke oorsprong om de anthuriumtrips effectief tegen te gaan. Biologische bestrijders zijn niet alleen effectief, maar dragen ook bij aan een duurzamere teeltpraktijk. Om te weten te komen wat er effectief tegen trips kan worden gedaan, gaan we in gesprek met Nick van den Berg, hoofd teelt, en Marco van Adrichem, teeltspecialist bij Anthura. Zij delen hun inzichten voor de bestrijding van deze hardnekkige plaag.
Biologische bestrijding
Bij Anthura hanteren we een geïntegreerde aanpak om de verspreiding van anthuriumtrips te beheersen. Marco van Adrichem legt uit: "De eerste stap is het handhaven van strikte hygiënemaatregelen. Zo dragen telers beschermende kleding bij het wisselen van afdelingen om verspreiding van ziektes en plagen te voorkomen en wordt er strak gemonitord wie de kassen betreedt."
Daarnaast zetten we in op de bestrijding van trips door middel van een specifiek samengesteld pakket aan groene bestrijdingsmiddelen. Denk hierbij aan o.a. macrobiologische (beestjes) en microbiologische (schimmels) methoden. Insectenparasitaire schimmels, aaltjes, bodemroofmijten en bladroofmijten worden met elkaar ingezet om de trips zo compleet mogelijk aan te pakken.
De popfase van de trips wordt aangepakt met behulp van een uitgekiende combinatie van schimmels. Nick van den Berg vertelt: "Deze cocktail van schimmels wordt handmatig aangebracht met een slang én grootschalig toegepast via broesleidingen, waardoor de schimmel dichter bij de het groeimedium komt. Daar is het effect namelijk het grootst.” Ook via de LVM (low volume method) worden de insectenparasitaire schimmels toegediend.
De combinatie van deze biologische bestrijders speelt een cruciale rol in het verminderen van de tripsdruk. Hoewel er incidenteel nog steeds chemische middelen worden gebruikt, is het de ambitie om tegen 2027 vrijwel volledig over te stappen op een biologische aanpak. Dit vereist echter wel nog veel onderzoek en ontwikkeling om effectief zonder chemie te kunnen werken. Wanneer er toch gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet, zorgen we ervoor dat het gewas goed openstaat, zodat de spuitvloeistof optimaal kan doordringen en haar werk effectief kan doen.

Larf overgroeid door schimmel.
Samenwerking en onderzoek
Om de kennis en effectiviteit van biologische bestrijdingsmethoden te vergroten, wordt er samengewerkt met de Wageningen University & Research (WUR), Delphy, telers en andere vermeerderaars. Dit onderzoek richt zich op het proactief inzetten van biologische bestrijders en het verzamelen van data over preventieve bestrijding.
Een belangrijk aspect hiervan is het vinden van factoren die de effectiviteit van biologische bestrijdingsmiddelen verbeteren zónder de trips te bevoordelen. Marco van Adrichem: “Aaltjes hebben vocht nodig om te overleven en te functioneren, maar een hogere luchtvochtigheid kan ook gunstig zijn voor de trips. Het vinden van de juiste balans is essentieel voor een succesvolle bestrijding.”
Preventieve maatregelen en klimaatfactoren
Telers kunnen de kans op anthuriumtrips daarnaast flink verminderen door rekening te houden met seizoensinvloeden. Het is hierbij belangrijk om in de winter de basis te leggen voor een schoon voorjaar door jaarrond gebruik te maken van biologische bestrijders. Dit vermindert de druk van trips in het algemeen aanzienlijk. Het is wel noodzakelijk om preventief te plannen en te handelen, aangezien chemische bestrijding vaak pas wordt ingezet bij zichtbare schade, wat bij biologische bestrijding eigenlijk te laat is.
Ook blijkt stek aantrekkelijk te zijn voor de anthuriumtrips. We zorgen dan ook dat overtollig stek tijdig wordt verwijderd. Dit seizoen zijn we naast de signalering van de trips op de reguliere vangkaarten ook overgestapt op vangkaarten die op het substraat liggen. We zien hierin mogelijkheden om de (toename)van de trips eerder te signaleren.
Nick van den Berg: “De aanpak van anthuriumtrips blijft een uitdaging. Maar door een combinatie van hygiënemaatregelen, biologische bestrijders en samenwerking met onderzoeksinstellingen, werken wij aan duurzame oplossingen. De voortdurende ontwikkeling en implementatie van deze methoden zullen hopelijk leiden tot een effectieve beheersing van deze plaag, zonder het gebruik van chemische middelen.”

Vangkaart in gaas voor Anthuriumtrips
