Project 100% Groen Geteeld

Samenwerking van verschillende partijen

De orchideeënsector is ook betrokken bij dit ambitieuze project: Orchidee NL is aangesloten bij de “Versnellers Sierteelt”. Dit is een initiatief om binnen het kader van ziekte- en plaagbestrijding het heft in eigen hand te nemen. Zo hebben de versnellers ook het initiatief genomen binnen 100% Groen geteeld. Het project is een samenwerking tussen telers, toeleveranciers en kennispartners. Dit zorgt ervoor dat verschillende expertisegebieden samenkomen om een breed scala aan oplossingen te ontwikkelen voor het verduurzamen van de teelt. Ook Anthura draagt graag bij aan dit onderzoek. Niet voor niks is één van onze kernwaarden ‘bijdragen aan een mooiere wereld’. Het ontwikkelen van duurzame oplossingen voor het teeltproces sluit hier naadloos op aan. Voorbeelden van betrokken ontwikkelpartners zijn Royal Brinkman, Van Iperen, Koppert, Hoogendoorn, Lets Grow en vele anderen.

Trips overgroeid door schimmel

Pilotteams

Op een duurzame en biologische manier moet de afhankelijkheid van chemische gewasbescherming tot nul afgebouwd worden. Op die manier zijn we als sector voorbereid op een situatie dat de toelating van veel chemische middelen ingetrokken zijn. Via deze Versnellers Sierteelt en Orchidee NL zijn 6 pilotteams tot stand gekomen: OK Plant, Levoplant, Ter Laak Orchids, Stolkflora, Opti-flor en Greenbalanz.

Elk pilot team bestaat uit een Phalaenopsis bedrijf met haar eigen ontwikkelpartners, die het team vormen. In zo’n pilot team zitten vertegenwoordigers van de veredelingsbedrijven, adviespartners en leveranciers van onder andere de biologische gewasbescherming.

De ketenpartners van de zes pilotteams (Stolkflora, Ter Laak Orchids, OK Plant, Opti-Flor, Greenbalanz en Levo Plant).

Aanpak

In het eerste jaar is een inventarisatie gemaakt van hoe de gewasbescherming is georganiseerd: zaken die daarbij veel aandacht hebben gekregen zijn bijvoorbeeld hygiëne, ontsmetting van water en fust, preventieve bestrijding, scouten en signaleren en het maken van een gewasbeschermingsplan. Het is het bewustwordingsproces dat er vooral voor zorgt dat een curatieve aanpak richting een preventieve aanpak gaat. Dit is een heel belangrijke stap naar het verminderen van chemische gewasbescherming.

In het tweede jaar wordt vooral ingezet op het ervaring opdoen met de geïntegreerde aanpak: inzet van biologische middelen ter voorkomen van plagen en het inzetten van groene middelen als een probleem niet anders aan te pakken is. Het is in feite een optimalisatie van de aanpak van gewasbescherming, inzet is een verdere verlaging van de inzet van chemische middelen.

De pilotteams komen iedere 6 weken bij elkaar om de stand van zaken door te nemen van de actualiteit, de realisatie van gewasbescherming en de streefdoelen. Daarnaast worden er voorstellen gedaan om proeven uit te voeren in het kader van weerbaarheid en/of biologische bestrijding. Deze resultaten worden binnen het pilotteam besproken en ook naar de andere pilotteams gecommuniceerd.

Weerbaar teeltsysteem

Er wordt ingezet op een weerbaar teeltsysteem. Dit omvat een weerbare plant, waarbij klimaat, water en substraat dusdanig op elkaar worden afgestemd dat ziekten en plagen zo min mogelijk kans krijgen om vat te krijgen op de planten.

Weerbare plant door inzet van groene gewasbescherming en biologische middelen

In plaats van chemische gewasbeschermingsmiddelen wordt gewerkt met biologische alternatieven zoals natuurlijke vijanden van plagen (bijvoorbeeld insecten of schimmels die schadelijke organismen bestrijden). Dit verlaagt de milieu-impact van de teelt en bevordert een meer duurzame teelt.

Duurzame teelttechnieken

Naast gewasbescherming richt het project zich ook op het optimaliseren van andere aspecten van de teelt, zoals klimaatbeheer, water, irrigatie en substraat:

• Klimaatbeheer: Het efficiënt gebruiken van energie en het creëren van een optimaal groeiklimaat voor de gewassen.
• Water- en irrigatiebeheer: Het verduurzamen van irrigatiesystemen, bijvoorbeeld door het gebruik van regenwater of circulaire watertechnieken.
• Substraatgebruik: Het verbeteren van het gebruik van teeltsubstraten en het minimaliseren van afval. Maar ook de inzet van micro-organismen om het wortelmilieu optimaal te laten ontwikkelen. Onderzoek van het micro-bioom is daarbij essentieel.

Gebruik van technologie

Er wordt intensief gebruik gemaakt van technologie om de teeltprocessen te monitoren en te optimaliseren. Denk aan het gebruik van sensoren, automatische irrigatiesystemen, en data gestuurde klimaatbeheersing, maar ook het verzamelen van data die het scouten vereenvoudigen. Deze technologie helpt de telers om efficiënter te werken en tegelijkertijd de impact op het milieu te verkleinen.

Doelstellingen voor 2026

Het uiteindelijke doel van het project is om volledig groene en rendabele teeltmethoden te hebben voor verschillende gewassen, zoals paprika, tomaat, aubergine en komkommer (groentegewassen) en Chrysant, Gerbera, Phalaenopsis, Alstroemeria en Kalanchoë (sierteeltgewassen). Door het combineren van deze verschillende strategieën en samenwerkingen, werkt het project aan een toekomstige glastuinbouw die veel minder afhankelijk is van chemische middelen en die beter aansluit bij de duurzaamheidsdoelen van de maatschappij.