Anthurium en Xanthomonas
Elke Anthuriumkweker kent hem wel: de zeer gevaarlijke ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Xanthomonas. In de meeste gevallen is er sprake van de bacterie Xanthomonas phaseoli pv. Dieffenbachiae (Xpd) Synoniemen: X. axonopodis pv. Dieffenbachiae en X. campestris pv. Dieffenbachiae.
Xanthomonas in Anthurium kan in veel verschillende strains (typen) voorkomen. Zo zijn er milde varianten waarbij een beperkt deel van het assortiment ziek wordt, maar er zijn ook zeer agressieve typen die breed en snel om zich heen grijpen. Ook kan de bacterie latent (zonder symptomen) in de plant aanwezig zijn en onder gunstige omstandigheden toeslaan.
Ook in andere Araceae gewassen kan deze bacterie latent aanwezig zijn, maar veel van deze gewassen zijn hier ongevoelig voor. Dit vormt echter wel een ernstige potentiële bedreiging voor de Anthuriumteelt wanneer de juiste hygiënemaatregelen niet in acht worden genomen.

Optimale omstandigheden
Xanthomonas dringt de Anthuriumplant binnen via wondjes in het blad of stengel, maar ook via de natuurlijke opening van de plant, zoals de huidmondjes hydatodes (guttatie-openingen) en mist. Planten die om welke reden dan ook stress vertonen, blijken extra vatbaar voor aantasting. Vooral warme en natte omstandigheden zorgen voor een zeer snelle uitbreiding van de ziekte. De bacterie vermeerdert zich door deling, waardoor er in zeer korte tijd grote aantallen ontstaan. Als daarnaast water direct op het gewas terechtkomt en er bladbeschadiging ontstaat, dringt de bacterie gemakkelijk de plant binnen. Gewasbevochtiging, drainwater én mensen die met het gewas werken, zorgen er vervolgens voor dat de bacterie zich eenvoudig verspreidt naar gezonde planten. Xanthomonas verplaatst zich niet door de lucht.

In dit artikel bespreken we in 3 delen de volgende onderwerpen:
1. Preventieve maatregelen ter voorkoming dat de bacterie binnenkomt
2. Curatieve maatregelen om zo goed mogelijk met een eventuele besmetting om te gaan
3. Starten met een nieuwe teelt na een besmetting en herinfectie voorkomen
Preventieve maatregelen
Maak afspraken met je leverancier
Via bijvoorbeeld stekken of koppen kan de ziekte gemakkelijk worden overgebracht. Zelfs in een visueel gezonde plant kan de bacterie nog steeds aanwezig zijn. Maak daarom afspraken met je leverancier over hygiënemaatregelen, transport, controles en schoonfust.
Beschouw de schuur als vuile ruimte
Hier komen namelijk karren, fust, transportmiddelen, (huis)dieren en mensen over de vloer, zonder dat er voldoende zicht is op de juiste hygiëne.
Juiste hygiënemaatregelen
Bij het betreden van de kas moet de hygiëne op orde zijn. Zorg dat bezoekers van de kwekerij een schone overall aandoen en de schoenen ontsmetten. Maar nog beter is het om schoenhoezen te gebruiken. Ook werknemers kleden zich idealiter om op het werk in schone bedrijfskleding. Iedereen die de kas betreed, bezoek en medewerkers, ontsmetten daarnaast hun handen. Huisdieren horen natuurlijk niet in de kas thuis. Met snijcultuur is het raadzaam om per bed met minimaal 1 mesje te werken. Deze kan vooraan het pad in een kokertje bewaard worden.

Geen contact met verwante planten
Voorkom dat er verwante planten van Anthurium, zoals Aglaonema, Philondendron, Caladium, Dieffenbachia, Spathiphyllum en andere Araceeën op het bedrijf aanwezig zijn. Is dit onvermijdelijk? Zorg dan dat er geen contact is met de Anthuriums, ook niet middels drainwater. De ziekte kan namelijk bij eerdergenoemde planten latent aanwezig zijn zonder zichtbare symptomen. Laat nooit Anthuriums vanuit externe bronnen toe in de kwekerij.
Ontsmetting
Zorg voor drainwaterontsmetting door verhitting (minimaal 30 sec. bij 90ºC) of UV (min. dosis van 100mJ/cm2) en reinig silo’s minimaal 1x per jaar grondig. Gebruik H2O2 om leidingen en silo’s schoon te houden van organische aanslag. Voorkom ook waterstromen en ongedierte van buiten(buren).
Informeren en inspecteren
Zorg dat het personeel goed op de hoogte is van het ziektebeeld. Zijn er twijfels? Laat dan door een specialistisch laboratorium een breed ziekteonderzoek doen waarbij er niet alleen naar Xpd wordt gekeken maar minimaal de hele plantpathogene Xanthomonas groep wordt onderzocht. Dat is van groot belang, want er zijn ook niet plantpathogene Xanthomonas soorten.

Overzicht schadebeelden
Er zijn schadebeelden van Xanthomonas die moeilijk herkenbaar zijn en er bestaan ook schadebeelden die makkelijker te herkennen zijn. Via de link komt u bij een overzicht van zowel moeilijk als eenvoudig te herkennen schadebeelden veroorzaakt door Xanthomonas. Dit is een pdf-bestand dat gedownload en geprint kan worden: Xanthomonas in anthurium – eenvoudig en moeilijk te herkennen schadebeelden
Controleer voortdurend of er op uw bedrijf nog hiaten zijn, die de keten van fytosanitaire maatregelen kunnen doorbreken.

Barrière theorie
- Barrière 1: van buiten naar schuur
- Barrière 2: van schuur naar kas
- Barrière 3: van kas naar bed/ sectie
Bij iedere barrière desinfectie/ hygiëne maatregelen
Curatieve maatregelen om de effecten van een aanwezige besmetting te minimaliseren
Voorop gesteld dat alle eerder besproken maatregelen nog steeds van groot belang zijn tijdens een besmetting. Maar er zijn nog een aantal aanvullende maatregelen die helpen om de besmetting te minimaliseren.
- Werk altijd van een schoon naar besmet perceel.
- Comprimeer het besmette perceel (of percelen). Dit kan o.a. door een folie tot bovenaan het scherm te monteren. Behandel de compartimenten als aparte sectie met ieder hun eigen hygiënemaatregelen.
- Scout minimaal wekelijks op zieke planten en zorg dat medewerkers goed op de hoogte zijn van de symptomen van de ziekte.
- Verwijder besmette planten in een gesloten plastic zak uit het bed. Voer ook de planten en het substraat in de directe omgeving af. Verwijder al het besmette materiaal z.s.m. van het bedrijfsterrein. Stel het bedrijf dat het afval verwerkt op de hoogte van de besmetting, zodat de juiste maatregelen getroffen worden om verdere besmetting te voorkomen.
Werkzaamheden
Voer werkzaamheden alleen uit in droog gewas, dus niet ’s morgens vroeg. Via kleding kan de bacterie eenvoudig over grote afstand verspreiden.
Gescheiden waterstromen
Hergebruik bij voorkeur geen drainwater van besmette afdelingen om kans op herbesmetting zo minimaal mogelijk te houden.
Klimaat
Via vocht verspreidt de bacterie gemakkelijk. Gebruik luchtvochtigheid bevorderende maatregelen die het gewas nat maken niet meer (bv. Lego-sproeiers), of slechts alleen tot een niveau waarop stress wordt voorkomen.
Houd het gewas zo droog mogelijk met de juiste klimaatregeling en voorkom gutteren van de planten. Opstoken in de ochtend om het gewas droog te krijgen is zeer aan te bevelen. Zorg dat de worteltempertuur onder de planttemperatuur blijft om worteldruk en gutteren te verminderen.
Planten die niet goed groeien zijn extra vatbaar voor de bacterie. Voorkom daarom extreme klimaatomstandigheden en hoge temperaturen. Bij 30°C kan de bacterie zich optimaal vermeerderen, terwijl Anthurium dan juist gemakkelijk in de stress raakt.

Bemesting
Glutamine vormt een belangrijke voedingsbron voor de bacterie en komt via het gutteren van de planten vrij. De plant maakt minder glutamine als het ammonium en nitraat stikstof zo laag mogelijk wordt gehouden. Laat ammoniumnitraat uit het voedingsschema en gebruik bij voorkeur vloeibare kalksalpeter.
Bestrijding
Bestrijding van de bacterie is niet mogelijk. De ontwikkeling kon in het verleden wel worden geremd met antibiotica (Fytostrep) en koperhoudende middelen (de bacterie ontwikkelt wel snel resistentie en de middelen zijn vaak fytotoxisch). Tegenwoordig zijn deze middelen echter verboden in de tuinbouw.
Er zijn wel plantweerbaarheidsproducten die in de praktijk toegepast worden zoals:
Neem contact op met de specialisten van Plantosys: https://www.plantosys.com/nl/
Gewasbescherming
Stap voor de reguliere (chemische) gewasbescherming over op het gebruik van ruimtebehandelingmethoden zoals Fog of LVM (Low Volume Method). Bij normaal spuiten wordt het gewas nat gemaakt wat sterk bijdraagt aan de verspreiding van de bacterie.

Snijcultuur
Om verspreiding van de ene naar de andere plant te voorkomen via de wonden die worden gemaakt bij het blad- en bloemen snijden, dienen de mesjes na een aantal handelingen te worden ontsmet. Naarmate dit verder verfijnd wordt, is de kans op verdere verspreiding via het mesje sterk gereduceerd. Na iedere handeling ontsmetten is het beste, maar niet altijd werkbaar. Ontsmetten kan met alcohol (85%), chloor of ‘Menno florades’ (verkrijgbaar bij o.a. Brinkman). Het beste is om minimaal 5 mesjes te gebruiken, zodat bij gebruik van het ene mesje, het andere even in het ontsmettingsmiddel kan blijven staan.
Regenleiding gebruik
Met bovenlangs watergeven (potcultuur) is de kans op verspreiding van de bacterie enorm. Dit geldt bij snijcultuur voor het gebruik van de regenleiding op de teeltbedden. Als dit niet anders kan, dan is het aan te bevelen in het laatste deel van de gietbeurt gestabiliseerde H2O2 op te nemen. Dit kan helpen om de bacterieverspreiding te verminderen. Er worden in de praktijk doseringen tot wel 100ppm toegepast. Langdurig en veelvuldig gebruik van peroxide kan de waslaag van het gewas aantasten.
Starten met een nieuwe teelt en herinfectie voorkomen
Wanneer de besmetting onder de duim is kan er een nieuwe teelt worden gestart. Het is wel belangrijk om een mogelijke nieuwe besmetting te voorkomen. Hoe kan je dan het beste te werk gaan?
- Scherm de overige afdelingen af tegen vocht, stof en rondslingerende materialen tijdens het ruimen.
- Verwijder al het aanwezige organische materiaal in de besmette afdeling (inclusief onkruid, oud blad en organische substraten).
- Ontsmetten van oppervlakten, materialen, kasopstanden, beton e.d. is alleen zinvol als het van te voren gereinigd wordt van organische aanslag. Ontsmettingsmiddelen zijn alleen effectief op schone oppervlakten!
- Ontsmetten in een lege kas is mogelijk met Formaline. Pas op voor schade aan aangrenzende gewassen. Regenleidingen kunnen binnen één dag in zuur en één dag in een base gelegd worden, Zorg ervoor dat je vervolgens wel goed uitspoelt. Als zuur kan je aanhouden: 1 liter salpeterzuur (HNO3; 38%) op 30 liter water en als base 1 kg kaliloog (KOH, 34%) op 30 liter water. De regenleidingen dienen ten aller tijde vrij te zijn van wortel- en plantresten en van een te grote algenaanslag.
- Vervang het huidige teeltsysteem voor nieuwe materialen. Indien er toch hergebruikt wordt, ontsmet dan zo grondig mogelijk wat er nog achterblijft. Gebruik gronddoek nooit opnieuw.
- Indien de regenleidingen worden hergebruikt, spoel ze dan goed door en ontsmet ze ook van buiten goed.
- Na het uitruimen wordt alles ontsmet, ook de kasopstanden en de paden.
- Laat indien mogelijk de kas minimaal 6 weken leeg voordat u weer een nieuwe teelt begint.
- Gebruik druppel- en drainleidingen nooit opnieuw, deze zijn lastig te ontsmetten.
Laat je door een gespecialiseerd bureau adviseren over de juiste aanpak voor het schoonmaken van de kas.
ALLEEN MET GOEDE HYGIËNISCHE MAATREGELEN KAN HET PROBLEEM ONDER CONTROLE WORDEN GEBRACHT!!!


Voor meer informatie of vragen, kunt u contact opnemen met André Lont, Gewasspecialist Anthurium. E-mail: al@anthura.nl
Volg de gebruiksaanwijzing op het etiket en de voor in uw land geldende regels op het gebied van ontsmetting en reiniging. Ontsmettingsmiddelen werken alleen als de te ontsmetten materialen en oppervlakken grondig zijn gereinigd.