Effect van een hoge etmaaltemeratuur op bloemvorming Anthurium
Wat vandaag bloeit, werd maanden geleden al bepaald. Want de bloem -en bladknoppen van Anthuriums worden 4 tot 6 maanden van tevoren al aangelegd in het groeipunt. Bij het verschijnen van sommige afwijkingen, moet er dus ver teruggekeken worden in de klimaatomstandigheden tijdens die vroege ontwikkelingsfase.

Wanneer teelt van Anthuriums een aantal weken onder hete en vochtige omstandigheden plaatsvindt, zien we maanden later dat de bloemen soms een afwijkende vorm hebben. Het vermoeden bestaat dat in de warme periode, de allerjongste bloemknoppen beschadigen en daardoor misvormt groeien.
Onderstaand vind je een overzicht van hoe het groeipunt van Anthurium eruitziet:


Het vermoeden is dat positie 3 of 4 gevoelig is voor hoge etmaaltempraturen. Als de temperatuur een aantal weken aaneengesloten boven de 26–27 ºC per etmaal uitkomt, is dat na 4–6 maanden terug te zien in de bloemen. Is de periode met hoge temperaturen kort? Dan zal er slechts één bloem deformeren. Is de periode echter langer, dan kunnen meerdere bloemen van één plant afwijkend uitgroeien
Voorbeelden afwijkende bloemen




Voorbeeld klimaat teler in Azië
Hieronder zie je een grafiek van een teler uit Azië. Hier is gedurende 9 weken een etmaaltemperatuur van 27–28 ºC in de kas gerealiseerd. In de grafiek is te zien dat vanaf week 26 de RLV buiten van 60% naar 70% gaat, en in de week daarop zelfs naar 80%. Hierbij gaat de etmaaltemperatuur ook naar waarden boven de 28ºC. Direct op dat moment is het binnenklimaat niet meer in orde. De etmaaltemperatuur stijgt 3ºC en de gemiddelde RLV in de kas loopt op tot 90%. Door de hoge temperatuur en hoge RLV buiten is de werking van de padfan en de bevochtiging voor het koelen van de kas onvoldoende.


Onder deze warme en vochtige buitenomstandigheden werkt het principe van de adiabatische koeling niet meer. Het principe van dit type koeling is dat droge buitenlucht langs een nat oppervlak gaat. Het water verdampt in de lucht en onttrekt daarbij energie in de vorm van warmte. De temperatuur van de lucht daalt en de RLV stijgt. Maar cruciaal voor de goede werking van dit systeem is dat er sprake is van droge buitenlucht.
Met verneveling in de kas werkt de adiabatische koeling volgens hetzelfde principe. De fijne nevel verdampt in de lucht. De overgang van vloeibaar naar gasvormig vraagt om veel warmte. Die warmte wordt aan de kaslucht onttrokken, waardoor de luchttemperatuur verlaagt. Maar ook hier werkt het systeem alleen als er sprake is van een lagere RLV in de kas.

Na 4 à 5 maanden vertoonden de bloemen uit het voorbeeld bij de teler duidelijke afwijkingen. Het is aannemelijk dat de hoge etmaaltemperaturen hierin een rol speelden. Een oplossing voor dit probleem is echter niet eenvoudig. Het buitenklimaat is sterk bepalend, zoals ook in de grafiek te zien is. Mechanische koeling is vaak (te) kostbaar. In kassen met een beweegbaar buitenscherm ligt de temperatuur doorgaans lager dan in kassen met alleen een krijtdek. Ook ’s nachts maximaal blijven koelen en zorgen voor luchtbeweging blijkt een positief effect te hebben op het gewas.